Vandaag vindt de Indië-herdenking plaats bij het Indisch Momument in Den Haag. Dit is zoals ieder jaar ter nagedachtenis aan alle Nederlandse burgers en militairen die in de Tweede Wereldoorlog (WO II) het slachtoffer zijn geworden van de Japanse bezetting van het voormalig Nederlands-Indië.
Mijn moeder (1937) die zowel WO II als de Bersiap-periode heeft meegemaakt praat er nauwelijks over. Behalve als wij kinderen ernaar vragen. We horen dan flarden van dingen. Maar misschien ook wel de dingen die het meest pijn hebben gedaan, of die het meest indruk hebben gemaakt. Zo weet ik bijvoorbeeld wel dat mijn overgrootvader en opa te werk werden gesteld aan de beruchte Birmaspoorweg. Beiden werden ziek, mijn overgrootvader overleed er en mijn opa kon ternauwernood vanuit het lijkenhuis (waar hij alvast maar gelegd was) ontsnappen. De foto die hij nog had van zijn vrouw, mijn moeder en haar iets oudere broertje gaven hem de kracht. Dat het gezin uit elkaar gereten werd toen ze van de rijke plantage waar zij woonden opgepakt werden (eerst de volwassen mannen) en naar verschillende kampen werden gebracht. “Je werd gewoon méégenomen. Je moest alles achterlaten. Je had alleen jezelf”, vertelde ze. Lees verder